Het zijn dus eigenlijk werkliederen, waarbij hetritme zeer belangrijk was. Ze werden aan boord van de grote zeilschepen (windjammers) gezongen bij werkzaamheden die met een grote groep zeelieden tegelijk moesten plaatsvinden. Het zingen gebeurde onder leiding van een shantyman. Dat was meestal iemand die niet vanwege zijn werkprestaties werd aangenomen, maar meer omdat hij in staat was met zijn voorzang de mannen tot prestaties wist te motiveren. Naast de coördinatie van het ritme, had de shantyman ook een sociale functie: zeelieden konden hun hart luchten over de toestanden aan boord (bijvoorbeeld over het eten).
Shanties zijn vaak vierregelige versjes met een korte solo van de shantyman en het antwoord van de werkers. Shanties stammen uit de periode 1820-1920 en hebben een zeer gevarieerde herkomst: zuidelijke Verenigde Staten, West-Indië en Ierland. Omdat destijds veel Ieren zeeman waren, is de Ierse invloed nadrukkelijk aanwezig. Het merendeel van de shanties werd in het Engels en soms in het Frans, Duits of Nederlands gezongen.